Beschrijving
Een goede woordenschat is belangrijk. Het vormt de basis voor veel andere vakken, maar zorgt er ook voor dat een kind zich goed kan uiten. Gelukkig leren kinderen veel woorden incidenteel, maar er zal ook intentioneel woordenschatonderwijs moeten worden gegeven. Hierbij wordt op een gestructureerde en doelbewuste wijze gewerkt aan het uitbreiden van de woordenschat. Deze Kerndoeltrainer Woordenschat kan hierbij een hulpmiddel zijn. Daarnaast sluit deze serie aan op kerndoel 12. De opbouw van de lessen in deze werkboeken is geĆÆnspireerd op het Viertaktmodel met de fases: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren.
Kerndoeltrainer Woordenschat C bestaat uit 8 themaās. Ieder thema komt in ieder deel terug, maar telkens met een oplopende moeilijkheidsgraad qua woorden. De kinderen leren in deel C per thema 12 woorden. Een thema bestaat uit twee lessen. In les 1 van het thema komen de fases voorbewerken en semantiseren uit het Viertaktmodel aan bod. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende structuren: het woordweb, de kast, de paraplu en de trap. Les 2 begint met een overzichtelijk schema van de woorden uit het thema. Hierna volgt de consolideerfase. Deze loopt van receptief naar productief.
Na vier themaās volgt een mixles. In deze controleles worden de woorden eerst per thema en vervolgens door elkaar getoetst. De kinderen kunnen de woorden die ze lastig vinden, noteren op hun eigen Mijn Onthoud Pagina voorin dit boek. Door er een tekening bij te maken, een omschrijving of structuur bij te zetten, kunnen ze deze woorden vervolgens beter onthouden. Zo krijgen ze een persoonlijke woordenpagina.
Alle woorden en opdrachten in deel C passen bij het taalniveau van de gemiddelde leerling aan het eind van groep 5 of halverwege groep 6. De teksten zijn middels een QR-code ook te beluisteren.
In Kerndoeltrainer Woordenschat C komen de volgende leerdoelen aan bod:
Taalniveauwoorden
Uitbreiden van de algemene woordenschat en de functionele woordenschat met schooltaalwoorden behorende bij het niveau.
Functiewoorden
Uitbreiden van functiewoorden met voornaamwoorden en verbindingswoorden behorende bij het taalniveau.
Figuurlijk taalgebruik
Betekenis kennen van een aantal frequent voorkomende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen.
Betekenisrelaties
Zie voorgaande delen, uitgebreid met werken met homoniemen, onder-bovenschikking, enkelvoud en meervoud en werkwoorden in tegenwoordige en verleden tijd.
Strategieƫn om woordbetekenis te achterhalen
Afleiden door gebruik te maken van een eenvoudig (online) woordenboek en relaties tussen woorden.
Strategieƫn om woorden te onthouden
Zelfstandig toepassen van strategieƫn om woorden te onthouden na hierop gericht te zijn.